Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Catharinaparkiet  (Bolborhynchlus lineola lineola)

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Catharinaparkiet

Geschiedenis                                                                                                                                                                      De catharinaparkiet wordt het eerst beschreven in 1853. Het duurt dan nog 33 jaar voordat hij in Europa wordt ingevoerd en voor het eerst te bewonderen is in de Londense dierentuin.

Kleur en tekening (van de wildvorm)
De kop is helder groen. Voorhoofd en schedel zijn meer diepgroen. De wangen en de keel hebben een iets lichtere groene kleur welke overgaat in de kleur van de borst. De flanken van het lichaam zijn groen met een iets mosterdkleurige waas, terwijl de mantel, de rug en stuit  helder groen van kleur zijn. De vleugels zijn helder groen. De randen van de slagpennen zijn diepgroen van kleur en de duimveertjes lichtgroen. De staartpennen alsmede de onderstaartdekveren zijn helder groen, feitelijk dezelfde kleur als de vleugels. De snavel is hoornkleurig, iets grijs overgoten met aan het uiteinde een donkergrijze punt. De poten zijn vleeskleurig en de nagels donkergrijs. De ogen zijn donkerbruin.
De fijne, regelmatige, zwarte tekening (omzoming) bij de Catharinaparkiet loopt vanaf de achterschedel en gaat over in de nek, rug en stuit. De zwarte flanktekening begint al vlak achter en onder de wangen en loopt door tot op de dijen.

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 

 

 

 

 

Deze tekening gaat achter de poten en op het achterlijf over in zwarte regelmatige stippen. Aan de vleugelbocht is een zwarte vlek waar te nemen die egaal zwart van kleur is. Onder deze zwarte vlek bevindt zich een ononderbroken regelmatige ondulatietekening. De staartpennen en onderstaartdekveren hebben langs de schacht een zwarte tekening. De twee middelste, iets verlengde staartpennen zijn bij de man nagenoeg geheel zwart, terwijl deze bij de pop slechts aan de uiteinden zwart zijn. Op de bovenstaartdekveren loopt de stiptekening vanuit de flanken gewoon door en hebben aan de punt van elke veer een zwarte tekening.  

De soorten
We onderscheiden bij de Catharinaparkieten twee soorten, te weten:

1. De Catharinaparkiet (Bolborhynchlus lineola lineola)
2. De Peru-Catharinaparkiet (Bolborhynchlus lineola tigrinus)
.

Het verschil tussen beide soorten is de groene kleur die bij de Peru-Catharinaparkiet in het algemeen donkerder is. Verder zijn de zwarte omzomingen van de veren bij deze soort breder en is het zwart van de vleugelbocht vaak uitgebreider.

Verspreidingsgebied
Het verspreidingsgebied van de Catharinaparkiet loopt van Zuid-Mexico tot Veraguas, West Panama.

De Peru-Catharinaparkiet is te vinden van Noordwest-Venezuela, Colombia, Noordwest Equador tot Centraal Peru.

Levenswijze in het wild
Catharinaparkieten zwerven veelal in kleine groepen van 6 tot 30 vogels rond. Toch zijn er ook regelmatig aantallen gezien van boven de honderd. Vooral s ávonds zijn de vogels in grote aantallen waar te nemen als ze hun 'slaapboom' opzoeken om te gaan slapen.
De Catharinaparkiet houdt zich vooral op in hoge bomen. Omdat ze van nature nogal schuw zijn en weinig geluid produceren zijn ze in het wild moeilijk waar te nemen. De Catharinaparkiet broed in het wild rond december, terwijl de Peru-Catharinaparkiet vanaf mei, juni begint met broeden. De vogels broeden in de holten van dode bomen en leggen meestal 4 tot 5 eieren.
 
Geslachtsonderscheid
Hoewel er op het eerste oog geen verschil lijkt te zijn tussen de man en de pop is deze er bij een nadere bestudering toch wel. Zo is de punt van de bovenstaartveren  bij de man over een lengte van ca. 1 cm. diep zwart van kleur, terwijl bij de pop slechts het uiterste puntje zwart is.
Ook wordt wel gezegd dat de man een wat grovere schoudervlek en vleugeltekening heeft. Naar mijn mening geeft echter alleen het verschil in bovenstaartveren zekerheid bij het samenstellen van paren.

Karakter

Catharinaparkieten zijn hele sociale en vredzame vogels die prima met verschillende andere soorten, waaronder tropische vogels, gehouden kunnen worden. Ook tegenover elkaar zijn ze zeer verdraagzaam. In en volière waarin takken zijn opgehangen zul je ze veel zien klimmen en klauteren. Het zijn beslist geen “slopers” en ze zijn evenmin luidruchtig.

Huisvesting
Catharinaparkieten zijn zowel in de volière als in broedkooien prima te houden. De vogels zijn in het algemeen winterhard en kunnen s' winters zonder bijverwarming worden gehuisvest. Wel is het noodzakelijk dat ze over een tocht-, vocht- en vorstvrij nachthok kunnen beschikken.

Voeding
Ik verstrek de vogels een mengsel van zaden bestemd voor grasparkieten.  Verder krijgen ze eivoer gemengd met kiemzaad en scherpe maagkiezel. Van dit mengsel verstrek ik ca. 1 eetlepel per 2 vogels. Natuurlijk hebben de vogels ook de beschikking over grit. Ook verstrek ik regelmatig een stukje appel, blaadje witlof of iets dergelijks.
Erg belangrijk is ook dat ze dagelijks schoon drinkwater (niet te koud) krijgen.

Broedproces
In gevangenschap kunnen we met de vogels broeden in de volière of in broedkooien. In het algemeen broeden de vogels prima in een broedblok met een afmeting van 20x20x30 cm. en een invlieggat van 6 cm. Grappig is dat de vogels in het nestblok een nest bouwen als we ze de beschikking geven over kokosvezels of i.d. Sommige kwekers verstrekken echter geen nestmateriaal en ook dan brengen ze jongen groot. Gemiddeld legt het popje 3 - 5 eitjes. De eieren worden door de pop om de dag gelegd. Tijdens het broeden wordt de pop door de man op het nest gevoerd. Ook zal de man tijdens het broedproces steeds dicht in de nabijheid van het nestblok blijven. Na ± 20 dagen kunnen we het eerste jong verwachten. Jonge vogels openen na ca. 10 dagen voor het eerst de ogen. Na ca. 2 weken worden de eerste veerstoppels op het lichaam zichtbaar en na 4 weken zitten ze bijna volledig in de veren. Na ± 5 weken vliegen de jongen uit, waarna ze nog ongeveer 2 weken door de ouders worden (bij)gevoerd alvorens ze zelfstandig zijn.

A. van Kooten

 

 

Disclaimer

Home

Vertel een vriend over deze site

 

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten