Deze website wordt
u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras-
en grote parkieten bij de NBvV
|
Home |
Catharinaparkiet (Bolborhynchlus
lineola lineola) |
|
|
Deze tekening gaat achter de poten en op het
achterlijf over in zwarte regelmatige stippen. Aan de vleugelbocht is
een zwarte vlek waar te nemen die egaal zwart van kleur is. Onder deze
zwarte vlek bevindt zich een ononderbroken regelmatige
ondulatietekening. De staartpennen en onderstaartdekveren hebben langs de schacht een zwarte tekening.
De twee middelste, iets verlengde staartpennen zijn bij de man nagenoeg
geheel zwart, terwijl deze bij de pop slechts aan de uiteinden zwart
zijn. Op de bovenstaartdekveren loopt de stiptekening vanuit de
flanken gewoon door en hebben aan de punt van elke veer een zwarte
tekening.
De soorten
We onderscheiden bij de Catharinaparkieten twee soorten, te weten:
1. De Catharinaparkiet (Bolborhynchlus
lineola lineola)
2. De Peru-Catharinaparkiet (Bolborhynchlus
lineola tigrinus).
Het verschil tussen beide soorten is de groene kleur die bij de Peru-Catharinaparkiet in het algemeen donkerder is. Verder zijn de
zwarte omzomingen van de veren bij deze soort breder en is het zwart
van de vleugelbocht vaak uitgebreider.
Verspreidingsgebied
Het verspreidingsgebied van de Catharinaparkiet loopt van Zuid-Mexico tot Veraguas, West Panama.
De Peru-Catharinaparkiet is te vinden van Noordwest-Venezuela,
Colombia, Noordwest Equador tot Centraal Peru.
Levenswijze in het wild
Catharinaparkieten zwerven veelal in kleine groepen van 6 tot 30
vogels rond. Toch zijn er ook regelmatig aantallen gezien van boven
de honderd. Vooral s ávonds zijn de vogels in grote aantallen waar
te nemen als ze hun 'slaapboom' opzoeken om te gaan slapen.
De Catharinaparkiet houdt zich vooral op in hoge bomen. Omdat ze van
nature nogal schuw zijn en weinig geluid produceren zijn ze in het
wild moeilijk waar te nemen. De Catharinaparkiet broed in het wild
rond december, terwijl de Peru-Catharinaparkiet vanaf mei, juni
begint met broeden. De vogels broeden in de holten van dode bomen en
leggen meestal 4 tot 5 eieren.
Geslachtsonderscheid
Hoewel er op het eerste oog geen verschil lijkt te zijn tussen de
man en de pop is deze er bij een nadere bestudering toch wel. Zo is
de punt van de bovenstaartveren bij de man over een lengte van ca.
1 cm. diep zwart van kleur, terwijl bij de pop slechts het uiterste
puntje zwart is.
Ook wordt wel gezegd dat de man een wat grovere schoudervlek en
vleugeltekening heeft. Naar mijn mening geeft echter alleen het
verschil in bovenstaartveren zekerheid bij het samenstellen van
paren.
Karakter
Catharinaparkieten zijn hele sociale en vredzame vogels die prima
met verschillende andere soorten, waaronder tropische vogels,
gehouden kunnen worden. Ook tegenover elkaar zijn ze zeer
verdraagzaam. In en volière waarin takken zijn opgehangen zul je ze
veel zien klimmen en klauteren. Het zijn beslist geen “slopers” en
ze zijn evenmin luidruchtig.
Huisvesting
Catharinaparkieten zijn zowel in de volière als in broedkooien prima
te houden. De vogels zijn in het algemeen winterhard en kunnen s'
winters zonder bijverwarming worden gehuisvest. Wel is het
noodzakelijk dat ze over een tocht-, vocht- en vorstvrij nachthok
kunnen beschikken.
Voeding
Ik verstrek de vogels een mengsel van zaden bestemd voor
grasparkieten. Verder krijgen ze eivoer gemengd met kiemzaad en
scherpe maagkiezel. Van dit mengsel verstrek ik ca. 1 eetlepel per 2
vogels. Natuurlijk hebben de vogels ook de beschikking over grit.
Ook verstrek ik regelmatig een stukje appel, blaadje witlof of iets
dergelijks.
Erg belangrijk is ook dat ze dagelijks schoon drinkwater (niet te
koud) krijgen.
Broedproces
In gevangenschap kunnen we met de vogels broeden in de volière of in
broedkooien. In het algemeen broeden de vogels prima in een
broedblok met een afmeting van 20x20x30 cm. en een invlieggat van 6
cm. Grappig is dat de vogels in het nestblok een nest bouwen als we
ze de beschikking geven over kokosvezels of i.d. Sommige kwekers
verstrekken echter geen nestmateriaal en ook dan brengen ze jongen
groot. Gemiddeld legt het popje 3 - 5 eitjes. De eieren worden door
de pop om de dag gelegd. Tijdens het broeden wordt de pop door de
man op het nest gevoerd. Ook zal de man tijdens het broedproces
steeds dicht in de nabijheid van het nestblok blijven. Na ± 20 dagen
kunnen we het eerste jong verwachten. Jonge vogels openen na ca. 10
dagen voor het eerst de ogen. Na ca. 2 weken worden de eerste
veerstoppels op het lichaam zichtbaar en na 4 weken zitten ze bijna
volledig in de veren. Na ± 5 weken vliegen de jongen uit, waarna ze
nog ongeveer 2 weken door de ouders worden (bij)gevoerd alvorens ze
zelfstandig zijn.
A. van
Kooten
|
|