Deze website wordt
u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras-
en grote parkieten bij de NBvV
|
Home |
Cloncurryparkiet
(Barnardius
macgillivrayi) |
|
|
Geschiedenis
De Cloncurry
parkiet werd voor het eerst beschreven in 1900 door Alfred J. North
in de ‘Victorian Naturalist’ als Platycercus macgillivrayi. In 1901
werd deze naam door A.J. Campbell gecorrigeerd in Barnardius
macgillivrayi. De eerste illustratie van de Cloncurry parkiet werd
gemaakt in 1902 door Mr. H. Goodchild en stond afgebeeld bij een
artikel van Dr. P.L. Slater. Zo rond 1930 was de Cloncury parkiet
een vrij algemene kooivogel in en rond Cloncurry. De eerste
broedresultaten werden behaald door Dr. Alan Lendon uit Adelaide in
Zuid Australië. Hij wist in het broedseizoen 1939/1940 voor het
eerst jongen te kweken van deze soort.
De soort
Door veel
ornithologen wordt de Cloncurry parkiet gezien als een ondersoort
van het geslacht Barnardius barnardi. Stan Sindel en James Gill zijn
echter in hun boek ‘Australian Broad-tailed Parrots’ van mening dat
de Cloncurry parkiet als een aparte soort gezien moet worden. Zij
menen dat dit gerechtvaardigd is op basis van de lange periode van
isolatie van de soort en het ontbreken van een duidelijke ondersoort
tussen het verspreidingsgebied van de Barnardparkiet en de Cloncurry
parkiet. Binnen de soort komt weinig variatie voor in kleur. Wel
komen soms vogels voor die wat bleker van kleur zijn.
Uiterlijke kenmerken van de soort
Man: Het
voorhoofd de achterschedel en de nek zijn lichtgroen. Vanaf de
wangen, doorlopend naar beneden naar de kin en keel is de bevedering
blauw. De kleur van de bovenste vleugeldekveren is lichtgroen maar
gaat geleidelijk over in olijfgeel. De vleugelbocht en de
vleugelranden zijn hemelsblauw. De grote vleugelveren zijn zwart
met en groene buitenvlag. De borst is zacht olijfgroen en lijkt
enigszins gehamerd. De buik heeft een zachte gele kleur met soms een
wat oranjeachtige schubtekening. De anaalstreek is groen. De mantel
en de stuit zijn lichtgroen van kleur. Op de scheiding van mantel en
nek bevindt zich een gele band. De bovenstaartdekveren zijn
lichtgroen, de onderstaartdekveren olijfgroen. De bovenste grote
staartveren zijn donkerblauw gekleurd terwijl de onderste grote
staartveren meer hemelsblauw van kleur zijn. De snavel is
lichtgrijs, de ogen donkerbruin, de poten grijs en de nagels zwart.
De vogel is 33 cm. groot.
Pop: De pop
lijkt op de man. Vaak zijn de poppen op het vleugeldek meer
grijsgroen i.p.v. lichtgroen zoals bij de mannen. Ook zijn de
pastelkleuren bij de pop iets minder sprekend. Poppen zijn vaak ook
iets kleiner dan de mannen.
Jongen: Jonge
vogels zijn in het geheel wat bleker van kleur en ook is de nekband
nog niet volledig aanwezig. Meestal hebben de jongen, met name de
popjes, een oranje gekleurde voorhoofdsband die echter na de eerste
rui volledig verdwijnt.
Geslachtsonderscheid:
Zoals reeds
opgemerkt is de kleur van de pop vaak iets minder sprekend als die
van de man. Verder is het vleugeldek bij de pop meer grijsgroen dan
lichtgroen zoals bij de man. De beste manier om de seksen te
onderscheiden is echter de kop en de snavel. De snavel, zo is mijn
ervaring, is bij de man duidelijk breder en groter, terwijl de kop
van de man meestal ook groter is als die van de pop.
Verspreidingsgebied:
De Cloncurry parkiet heeft
zijn naam te danken aan het feit dat hij voor komt in een grote
cirkel rond de plaats Cloncurry. Ruwweg omvat dit gebied Noordwest
Queensland en het aangrenzende oosten van Noord Australië. Hier is
hij vooral te vinden langs de overwegend droge, met bomen begrensde
waterlopen en uitlopen van het Selwyn gebied en het aangrenzende
Paroo, Leander en Waggaboonyah gebied. In het noorden komt de vogel
voor langs de Cloncurry rivier tot aan de Golf van Carpentaria en
evenzo langs de Leichhardt rivier. In dit gebied kan het zeer heet
worden, tot boven 40 °C.
Leefgebied
De Cloncurry
parkiet houdt zich ondermeer op in dwergachtige eucalyptusstruiken.
Deze struiken, die in Australië ‘mallees’ worden genoemd, schieten
verspreid op uit het omringende stekelige gras en het lagere
kreupelhout. De struiken zijn bestand tegen het zeer droge en warme
klimaat van dit gebied en ze kunnen 3 tot 10 meter hoog worden. De
Cloncurry parkiet komt verder nog voor in acaciabossen en
langs de oevers van
drooggevallen kreken, beken en rivieren. Afhankelijk van het
beschikbare voedsel verplaatsen de vogels zich in hun leefgebied.
Vaak worden ze dan waargenomen in paren en of kleine groepjes.
Kleine groepjes betreffen vaak ouderparen met hun jongen. Cloncurry
parkieten vertoeven graag op de grond op zoek naar zaden van grassen
en allerlei onkruiden. Vanwege het droge en dorre leefgebied zijn ze
echter genoodzaakt het overgrote deel van hun voeding uit de bomen
en de struiken te halen. Het voedsel wat ze hier vinden bestaat uit
vruchten, bloesemnectar, bladknoppen en diverse soorten insecten en
hun larven.
Broedproces in het wild
Cloncurry
parkieten planten zich in het algemeen voort wanneer een natte
periode ze de kans geeft. Het paringsritueel komt bij de vogels na
de regenval op gang, dan immers beginnen de planten overvloedig te
groeien en te bloeien en is er in overvloed voedsel voor de jongen
beschikbaar? Als basis voor hun nestgelegenheid gebruiken ze vaak
uithollingen in eucalyptusbomen die door boomtermieten zijn gemaakt.
Deze holten hebben een diepte van ongeveer 60 cm en een diameter van
15 tot 20 cm. De hoogte van de nestholten varieert van 3 tot 20
meter boven de grond. In het wild liggen de nestholten van
broedparen 300 meter of meer van elkaar vandaan. Eenmaal gekozen
nesholten worden tegenover soortgenoten zeer agressief verdedigd. De
poppen leggen 2 tot 3 witte eieren, die om de dag gelegd worden. De
eitjes worden alleen door de pop bebroed. De broedduur is 19 dagen.
De jongen zijn bij de geboorte voorzien van licht grijze dons. Ze
vliegen na 35 dagen uit en worden, alvorens ze zelfstandig zijn, nog
3 weken door de ouders (bij)gevoerd.
Huisvesting
Het houden
van Cloncurry parkieten hoeft geen problemen op te leveren in ons
land. Ze zijn als winterhard te beschouwen. Wel ben ik van mening
dat een voličre waarin Cloncurryparkieten worden gehouden een goed
afgesloten en droog nachtverblijf dient te bezitten. De ren dient
een lengte van 3 á 4 meter te hebben en ± 1 meter breed te zijn.
Zelf houd ik de vogels in rennen van 3 meter lang en 90 cm. breed.
Daarnaast zijn alle rennen bij mij uitgevoerd met dubbelgaas en
bezitten ze allemaal een apart nachtverblijf. Gezien hun vechtlust,
met name in het broedseizoen, is het noodzakelijk dat ze paarsgewijs
in aparte rennen gehouden worden.
De kweek in gevangenschap
Als
nestgelegenheid kan een nestblok verstrekt worden met een afmeting
van 60 cm hoog, een bodemoppervlak van 25 x 25 cm. en een invlieggat
van Ć 7 cm. Het is verstandig meerdere nestblokken te verstrekken
zodat de vogels zelf hun keuze kunnen maken. Als nestmateriaal geef
ik de vogels vermolmd hout, houtspaanders en of zaagsel welke ik
vermeng met potgrond. De nestblokken dienen pas verstrekt te worden
als de buitentemperatuur stabiel is en overdag zo rond de 10 °C
ligt. In de praktijk betekent dit vaak dat de broedblokken zo medio
maart in de voličre opgehangen kunnen worden. Meestal tonen de
vogels direct interesse in het nestblok en veelal wordt het nestblok
binnen het uur geďnspecteerd. Omdat Cloncurryparkieten vaak zonder
problemen een (nieuwe) partner accepteren is de kweek in het
algemeen gemakkelijker als bij de Barnardparkieten. De beste
broedresultaten worden verkregen met broedstellen die 2 jaar of
ouder zijn. De pop legt 4 tot 5 eitjes die om de dag, een enkele
keer om de 2 dagen, worden gelegd. De pop bebroed de eieren alleen.
Tijdens het broeden komt de man regelmatig in het broedblok om haar
te voeden. Het eerste jong wordt na 20 – 21 dagen geboren. De jongen
zijn bij de geboorte voorzien van licht grijze dons. In de eerste
week worden de jongen alleen door de pop gevoerd, daarna helpt ook
de man bij het voeren van de jongen. Na 7 dagen zijn de eerste
veerstoppels bij de jongen zichtbaar. Na ca. 10 dagen zijn bij de
jongen de staart- en vleugelpennen zichtbaar en na 15 dagen zijn
deze ongeveer 1 cm. lang. Na 3 weken zitten ze voor ongeveer 75% in
de veren en na 30 dagen volledig. Het duurt dan niet lang meer
alvorens ze uitvliegen. Het eerste jong vliegt veelal na ongeveer 5
weken uit. Drie weken nadat de jongen zijn uitgevlogen zijn ze
zelfstandig en kunnen ze bij de ouders vandaan gehaald worden. Als
er echter geen ruzies en vechtpartijen plaatsvinden, hetgeen zich
bij mij nog nimmer heeft voorgedaan, laat ik de jongen gewoon bij de
ouders in de voličre vliegen. Mijn ervaring is dat de ouders zelden
agressief zijn of worden tegenover de jongen. In hoeverre de
oudervogels ook vreedzaam blijven bij een eventueel volgend broedsel
weet ik niet omdat mijn broedkoppel nooit meer dan 1 broedsel per
jaar groot bracht. Van een goed broedkoppel kun je jarenlang plezier
beleven. Zo zijn er broedkoppels bekend die na 25 jaar nog succesvol
broeden.
De voeding in
gevangenschap
De voeding van Cloncurryparkieten dient
te bestaan uit een zaadmengsel voor grote parkieten. Naast dit
zaadmengsel verdient het aanbeveling de vogels elke dag een mengsel
van kiemzaad en eivoer te verstrekken. De verhouding tussen het zaad
en kiemzaad/eivoer-mengsel dient 1 op 1 te zijn. Zelf meng ik twee
keer per week, dit ondanks dat de vogels er ook vrij over kunnen
beschikken, scherpe maagkiezel en oesterschelpen grit door
het kiemzaad van mijn vogels. Natuurlijk krijgen de vogels ook
regelmatig fruit en groenvoer. Ook verstrek ik 2 keer per week een
snee witbrood. Vooral als er jongen zijn eten ze hier graag van. De
vogels, ook de jongen, doen het op deze voeding prima. Oh ja,
regelmatig ga ik in de zomer op zoek naar (onbespoten) gras- en
onkruidzaden. Deze worden met een heggenschaar geknipt en in grote
bossen neergehangen in de voličre. Het is een genot om te zien
hoeveel plezier je hier de vogels meedoet.
A. van Kooten.

Op zoek naar goede
betaalbare boek(en) over parkieten? |
 |
De
Rosella's
- A. van Kooten
Praktische tips
en adviezen over huisvesting en het bouwen van een voličre en
gedegen informatie over waar u op moet letten bij aanschaf, maar
ook over de voeding en de verzorging kunt u terugvinden in ‘de
Rosella’s”.
Heel interessant om te lezen zijn de onderwerpen ‘gedrag’ en
‘rosella’s in de vrije natuur’.
Voor mensen die deze kleurrijke vogels willen kweken is dit boek
een echte aanrader. Op heldere en duidelijke wijze wordt uitleg
gegeven over het broedproces van de verschillende soorten en de
voorkomende kleurmutaties. |
150 x 210 mm
64 blz
€
7,95 (excl.verzendkosten)
Inclusief
verzendkosten Nederland
€
9.70 Belgie
€
10.50
Boek
bestellen?
KLIK HIER
|
 |
De
Australische parkieten 1
- A. van Kooten
In deel I van
de Australische parkieten is ingegaan op de aspecten van de
aanschaf, huisvesting, het menu en het kweken van de
verschillende soorten.
Voor elke beginner, maar ook liefhebber is het belangrijk en
nuttig zich te verdiepen in de levenswijze en broedgewoonten van
de betreffende soort(en) in de vrije natuur en in de voličre. De
foto’s tonen voorbeelden en laten de geweldig mooie
kleurenpracht van deze vogels zien.
Het doel van dit boek is om u te helpen bij alle aspecten van de
verzorging en het houden van Australische parkieten. In de serie
Over Dieren boeken zijn over de grasparkiet, de rosella’s en de
valkparkiet, reeds aparte uitgaven verschenen. Ook zal er nog
een aparte uitgave verschijnen over de Neophema’s. Deze
Australische soorten worden daarom in deze uitgave niet
behandeld. |
150 x 210 mm
64 blz
€
7,95 (excl.verzendkosten)
Inclusief
verzendkosten Nederland
€
9.70 Belgie
€
10.50
Boek
bestellen?
KLIK HIER
|
 |
De
Australische parkieten 2
- A. van Kooten
In deel II van
de Australische parkieten worden de soorten omschreven en per
soort het uiterlijk, de herkomst, het broedproces in de vrije
natuur en in gevangenschap en de mutaties.
Voor elke beginner, maar ook liefhebber is het belangrijk en
nuttig zich te verdiepen in de specifieke raspunten van de
uitgezochte vogel(s). Een uitgebreide tabel geeft een uitstekend
overzicht. Op de foto’s komen de verschillende rassen goed tot
hun recht.
Het doel van dit boek is om u te helpen bij alle aspecten van de
verzorging en het houden van Australische parkieten. In de serie
Over Dieren boeken zijn over de grasparkiet, de rosella’s en de
valkparkiet, reeds aparte uitgaven verschenen. Ook zal er nog
een aparte uitgave verschijnen over de Neophema’s. Deze
Australische soorten worden daarom in deze uitgave niet
behandeld. |
150 x 210 mm
64 blz
€
7,95 (excl.verzendkosten)
Inclusief
verzendkosten Nederland
€
9.70 Belgie
€
10.50
Boek
bestellen?
KLIK HIER
|
 |
Kweken
met valkparkieten
- A. van Kooten
Zeer duidelijk
geschreven boek waarin alle benodigde informatie voor het kweken
met valkparkieten aan bod komt. Ruime aandacht voor onderwerpen
als huisvesting, voeding en gezondheid. Rode draad door het boek
heen is het voortdurend stilstaan bij de juiste en verantwoorde
dagelijkse verzorging, dat leidt tot de beste resultaten en het
welzijn van de vogels.
Valkparkieten, die oorspronkelijk uit Australië komen, kunnen
wel 20 jaar oud worden. De algemene geschiedenis van deze vogel
en de mooie foto’s maken dit boek aantrekkelijk om te lezen. De
auteur geeft deskundige adviezen en tips waar men op moet letten
bij de aanschaf en hoe het kweekproces verloopt. Ook het gedrag
en de verschillende kleurmutaties (zoals pastel, cinnamon,
albino, witmasker, bont) van de valkparkiet wordt beschreven.
|
150 x 210 mm
64 blz
€
7,95 (excl.verzendkosten)
Inclusief
verzendkosten Nederland
€
9.70 Belgie
€
10.50
Boek
bestellen?
KLIK HIER
|
 |
Encyclopedie van parkieten en papegaaien uit Afrika en Oceanië
Na een korte
uitleg over het verantwoord verzorgen en houden van kromsnavels
over de juiste huisvesting en voeding (kromsnavels eten veel
zaden), volgt een overzicht van agaporniden, edelparkieten,
hangparkieten, kakariki’s, papegaaien en parkieten die in Afrika
en Oceanië voorkomen.
De namen zijn net zo mooi als de foto’s: Nyasa agapornis,
Malabarenparkiet, Blauwkroontje, Roodvoorhoofdkakariki, Grote
Vasapapegaai en Taveuniparkiet.
Er is informatie te vinden over hun herkomst, bijzondere kleuren,
huisvesting, voeding, fokadvies, eventuele ondersoorten en
lengte en gewicht.
|
150 x 210 mm
64 blz
€
7,95 (excl.verzendkosten)
Inclusief
verzendkosten Nederland
€
9.70 Belgie
€
10.50
Boek
bestellen?
KLIK HIER
|
 |
Encyclopedie van parkieten en papegaaien uit Australië
Na een korte
uitleg over het verantwoord verzorgen en houden van kromsnavels
en de beschrijving van verschillende menu’s van de Australische
kromsnavels, volgt een overzicht van kaketoes, lori’s, parkieten
en rosella’s die in Australië voorkomen.
Enkele vogelsoorten die in deze encyclopedie beschreven zijn:
Grote Geelkuifkaketoe, Roodstaartraafkaketoe, Incakaketoe,
Schubbenlori, Australische koningsparkiet, Brownrosella en de
Strogele rosella.
Er is informatie te vinden over hun herkomst, bijzondere kleuren,
huisvesting, voeding, fokadvies, eventuele ondersoorten en
lengte en gewicht.
|
150 x 210 mm
64 blz
€
7,95 (excl.verzendkosten)
Inclusief
verzendkosten Nederland
€
9.70 Belgie
€
10.50
Boek
bestellen?
KLIK HIER
|
Op zoek
naar een goed en betaalbaar boek over parkieten en papegaaien? |

(39,90 euro +
2,60 verzendkosten)
Bestellen? Klik
op de afbeelding. |
Het boek, Papegaaien en
parkieten, Handboek en naslag-werk
beschrijft vrijwel alle in de avicultuur voorkomende soorten en
ondersoorten van de leden van de subfamilie der Psittacinae,
kort gezegd kromsnavels of wel papegaaien en parkieten. Dit boek
is samengesteld op basis van de allernieuwste inzichten van de
taxonomie en kent daardoor enkele zeer verassende elementen:
wist u bijvoorbeeld dat de Cacatua goffini niet meer
wetenschappelijk erkend wordt en nu Cacatua goffiniana
heet?
Dankzij de medewerking van
vele experts en liefhebbers
uit binnen- en buitenland hebben de samenstellers een
standaardwerk kunnen maken met uitmuntende foto-grafie. Dit boek
slaat tevens een brug tussen weten-schappelijke ornithologie
(bestuderen en beschrijven van vogels in de vrije wildbaan) en
avicultuur (houden van vogels in gevangenschap). De geheel
vernieuwde indeling, beschrijvingen van herkomst en leefgebied
in combinatie met alle informatie over het verantwoord houden
van deze vogels maakt dit boek onmisbaar
voor elke vogelliefhebber.
Klik hier voor voorbeeldpagina's (19) van het Papegaaien en
Parkietenboek
(Even geduld - inladen kan even
duren)
Beschrijvingen van:
232 soorten
242 ondersoorten |
Foto's van:
302 soorten en ondersoorten
35 mutaties
779 foto's in totaal |
|
|
|