Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Erfelijkheidsleer - Deel 13 - Dambordsysteem

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Erfelijkheidsleer - Deel 13 - Dambordsysteem

Met alle kennis die u nu heeft opgedaan over de verervingsregels van de grasparkiet is het nu mogelijk geworden om in theorie de uitkomst van een paring tussen twee grasparkieten te berekenen. Met behulp van de reeds behandelde symbolentaal (= nomenclatuur) en het zogenaamde dambordsysteem is dit mogelijk.

Hoe werkt dit dan, zult u zich afvragen.

Zoals het woord dambordsysteem al doet vermoeden, doen we dit met behulp van een figuur die lijkt op een dambord. Maar er komt nog iets meer bij kijken. In het dambordsysteem gaan we namelijk werken met de beschikbare chromosomen van zowel de man als de pop, die bij de bevruchting kunnen worden afgegeven. In het hoofdstuk over de celdeling heeft u immers, bij de reduktiedeling, kunnen lezen dat uit de voortplantingscel van de man en de pop vier gameten (= geslachtscellen) worden gevormd. Ook kon u in dit hoofdstuk lezen dat niet van te voren is aan te geven welke van de vier mannelijke of vrouwelijke gameten zullen samensmelten.

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 
 
 
 
 

Naar aanleiding van bovenstaande is het volgende van belang. Ingeval we te maken hebben met een erffactor waarvan één van beide erffactoren van een allelomorfepaar gemuteerd is, bijvoorbeeld de gemuteerde factor b (=blauw), dan zullen zich bij de reduktiedeling, slechts 2 verschillende gameten (= geslachtscellen) kunnen vormen, namelijk gameten met de factor b+ (= ongemuteerde factor) en gameten met de gemuteerde factor b (in dit voorbeeld hadden we immers gezegd dat slechts één van beide erffactoren van het allelomorfepaar gemuteerd was). Hebben we echter te maken met meerdere erffactoren, die onafhankelijk van elkaar vererven dan zijn er meerdere combinaties mogelijk. Hebben we bijvoorbeeld te maken met de formule enkelfactorig violet, in formule:

bD+ V+
bD  V 

dan kunnen er gameten gevormd worden met 4 verschillende combinaties van erffactoren in zich. Als we bijvoorbeeld naar deze formule kijken dan blijkt namelijk dat de bD+ factor niet alleen kan samengaan met de V+, maar evengoed met de V. (deze factoren vererven immers onafhankelijk van elkaar?) Hetzelfde geldt echter ook voor de bD factor. De vier gameten die man en pop bij de enkelfactorige violet leveren zijn dus: bD+ V+ ; bD+ V ; bD V+ en bD V.

Bovenstaande zal duidelijker worden wanneer we eens wat paringen met behulp van het dambordsysteem gaan uitwerken. We zullen eenvoudig beginnen. Als eerste werken we de paring lichtgroene man x hemelsblauwe pop uit.

In de symbolentaal ziet deze paring er als volgt uit:

b+ x b
b+    b 

De lichtgroene man heeft de gameten (= geslachtscellen) met b+ en b+. De hemelsblauwe pop bezit gameten met de factoren b en b. Omdat de formule:

b+
b+

 de erfactoren symboliseert van een homologen chromosomenpaar kunnen we de gameten simpel verkrijgen door het bovenste- en het onderste deel van de formule te noteren.

Nu tekenen we een dambordfiguur met 4 vakjes. Vervolgens plaatsen we de mannelijke gameten op de horizontale lijn boven het dambordfiguur en de beide vrouwelijke gameten op de verticale lijn, links naast het dambord. Het volgende wat u nu staat te doen is zowel de mannelijke gameet, die recht boven het betreffende vakje staat, en de vrouwelijke gameet, die zich links ter hoogte van dat vakje bevindt, samen te brengen. Hieronder staat deze paring met behulp van het dambordfiguur uitgewerkt.

Zoals blijkt is de uitkomst voor alle vier de vakjes gelijk, namelijk b+.

            b

Deze paring levert dus 100% lichtgroene jongen op, die echter allemaal split zijn voor hemelsblauw.

 

Nu zullen we eens met behulp van het dambordsysteem een wat moeilijker paring uitvoeren.

Hiervoor nemen we de paring kobalt x kobalt. In een formule ziet dit er als volgt uit:

 

bD+  x  bD+

bD      bD

 

Zoals u ziet hebben we hier te maken met gekoppelde factoren. In de formule zien we immers een ononderbroken deelstreep?

Allereerst moeten we de gameten "berekenen".

Deze zijn voor de kobalt vogel: bD+ en bD.

Uitgewerkt met het dambordsysteem ziet deze paring er als volgt uit:

De uitkomst van deze paring is dus:

  • 25% hemelsblauw (vakje 1)

  • 50% kobalt (vakje 2 en 3)

  • 25% mauve (vakje 4)

Nu gaan we het nog wat moeilijker maken. In het volgende voorbeeld paren we twee vogels die beide de volgende erffactoren bezitten:  lichtgroene man die split is voor de factor grijsvleugel (= lichtgroen/grijsvleugel) x een kobalt pop die eveneens split is voor de grijsvleugelfactor (= kobalt/grijsvleugel).

In een formule ziet deze paring er als volgt uit:

b+D+ cgw+  x  bD+ cgw+
      b+D+ cgw         bD  cgw         

In dit voorbeeld hebben we te doen met meerdere erffactoren.

Zoals reeds eerder opgemerkt symboliseren de teller en de noemer in de formule een homologen chromosomenpaar. Een ononderbroken deelstreep geeft aan dat we te maken hebben met gekoppelde erffactoren, in bovenstaande formule bijvoorbeeld de factoren b+D+. Een onderbroken streep in een formule geeft aan dat we te maken hebben met erffactoren die onafhankelijk van elkaar vererven. Dit betekent dus dat dergelijke factoren niet op dezelfde chromosoom liggen, in dit geval liggen bijvoorbeeld de factoren b+D+ en cgw+ op verschillende chromosomen. Ik sta hier even bij stil opdat u dan kunt begrijpen dat zich hierdoor 4 verschillende combinaties van chromosomen in de gameten kunnen bevinden van zowel man als pop. Zo kan de chromosoom boven de deelstreep, die de erffactoren b+D+ bezit, zowel samengaan met de chromosoom met de erffactor cgw+ ,als die met de erffactor cgw.  Hetzelfde geldt voor de chromosoom onder de deelstreep, in dit geval dus (toevallig) dezelfde erffactor als boven de deelstreep, namelijk b+D+. Het spreekt vanzelf dat de we de gameten van de pop op dezelfde manier verkrijgen.

Bij deze paring vormt de man dus de gameten: b+D+ cgw+; b+D+ cgw; b+D+ cgw+ en b+D+ cgw.

De pop vormt de gameten: bD+ cgw+ ; bD+ cgw ; bD cgw+ en bD cgw.

Uitgewerkt met behulp van het dambordsysteem ziet deze paring er als volgt uit:

De uitkomsten van deze paring zijn:

12,5%  lichtgroen/blauw                                  (vakje 1 en 3)

25%    lichtgroen/blauw/grijsvleugel                  (vakje 2,4,5 en 7)

12,5%  lichtgroen/blauw en grijsvleugel             (vakje 6 en 8)

12,5%  donkergroen/blauw                               (vakje 9 en 11)

25%    donkergroen/blauw/grijsvleugel               (vakje 10,12,13 en 15)

12,5%  donkergroen/blauw en grijsvleugel          (vakje 14 en 16)

We krijgen uit deze paring dus 25% grijsvleugels, waarvan 12,5% in de kleur lichtgroen/blauw en 12,5% in de kleur donkergroen/blauw. Met de schuine streep, zo weet u nog, geven we (in "schrijftaal") aan, dat we met een splitfactor te maken hebben. Staat er in de tekst dus bijvoorbeeld lichtgroen/blauw dan betekent dit dat we te maken hebben met een lichtgroene grasparkiet die split is voor de blauwe kleur. Zoals uit bovenstaande blijkt kunt u met behulp van het dambordsysteem praktisch alle paringen van te voren op papier uitwerken en de uitkomsten berekenen. Er zijn echter een aantal zaken waar u rekening mee dient te houden, te weten:

  • het dambordsysteem werkt alleen maar als u gaat paren met vogels waarvan u weet of ze homozygoot, dan wel heterozygoot zijn.

  • bij de berekeningen moet u niet vergeten, daar waar nodig, het plusteken te vermelden. Het plusteken oefent namelijk grote invloed uit op de uitkomsten.

  • de berekende percentages kloppen slechts over een hele brede lijn. Dat wil zeggen dat u in een nestblok met 4 jongen best eens vogels aan kunt treffen die bijvoorbeeld allemaal thuis horen in vakje 4 van het dambordsysteem.

  • het heeft geen zin de wildfactoren van mutaties in een formule te voegen die de vogel niet bezit. Bij bovenstaande paringen hoeven we bijvoorbeeld niet de wildfactoren van de violet mutatie:

    V+

    V+

    in te vullen want bovenstaande vogels bezaten immers niet de gemuteerde violet factor, dus laten we ook hun wildallele's weg. We voegen alleen de factoren met hun wildallele's van de kleuren toe, die de vogel toont. Wel vullen we deze wildallele's in als we deze vogels paren met een vogel die deze factor(en) wel bezit.

Uit bovenstaande zal u duidelijk zijn geworden dat kennis van de formules u in staat stelt om elke kleur in een formule te brengen. Ook kunt u met behulp van deze kennis formules lezen en vervolgens aangegeven om welke kleur vogel het gaat, zonder dat u de vogel(s) ooit gezien heeft. In de delen die nog volgen zullen ook nog wat formules worden behandeld. Dit deel was echter voornamelijk bedoeld om u enige basiskennis te geven over het berekenen van uitkomsten van paringen met behulp van het dambordsysteem.

A. van Kooten

 

 

Disclaimer

Home

Vertel een vriend over deze site

 

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten