Deze website wordt
u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras-
en grote parkieten bij de NBvV
|
Home |
Grasparkiet - Broedproblemen |
|
|
Te gladde, te dunne of te beweeglijke
zitstokken in de kooi geplaatst. Gevolg hiervan is dat de
man de pop niet goed kan treden waardoor dus geen bevruchting kan
plaatsvinden. Uit eigen ervaring heb ik meegemaakt dat een bevriend
collega kweker bij de eerste broedronde geconfronteerd werd met
bijna uitsluitend onbevruchte eitjes. Iets wat hij nog nooit bij
zijn vogels in zo'n omvang had meegemaakt. Wat bleek? Hij had nieuwe
kweekkooien gebouwd en deze voorzien van zitstokken met een diameter
kleiner dan 1 cm. Toen hij de diameter van de zitstokken had
vergroot door aan weerszijden van de zitstokken latjes te lijmen
bleek het euvel verholpen.
Te zwaar bevederde vogels.
Indien de vogels zwaar bevederd zijn kan dit een goede
bevruchting in de weg staan. Bij zwaar bevederde vogels bevordert
het voorzichtig wegknippen of uittrekken van de veren rondom de
cloaca bij beide geslachten een goede bevruchting.
Slechte conditie van het popje of
mannetje. Vogels die niet in conditie zijn mogen naar mijn
mening niet ingezet worden voor de kweek. Een voetballer zonder
conditie zal in een wedstrijd ook geen potten kunnen breken.
Ook al zullen er jongen komen van dergelijke vogels dan is het maar
zeer de vraag of deze jongen voldoende bouwstoffen hebben
meegekregen om zich te kunnen ontwikkelen tot een mooie en gezonde
parkiet. In een artikel las ik dat de laatste drie maanden voordat
een eitje wordt gelegd bepalend zijn voor het jong wat hieruit
geboren zal worden. Met andere woorden als de pop in die 3 maanden
tekorten heeft gehad van één of meer belangrijke bouwstoffen (in
bijvoorbeeld de voeding) dan zal dit van invloed zijn op de
ontwikkeling van de jongen. Hiermee wordt nogmaals bevestigd dat de
verzorging van de vogels het gehele jaar door optimaal dient te zijn.
Want de sleutel tot succes is de conditie van de ingezette
broedvogels.
Bij een broedpaar met onbevruchte eitjes kunnen we de kans op een
later bevrucht legsel vergroten door ze normaal verder te laten
broeden en hun later vreemde eieren of vreemde jongen toe te
schuiven. Denk er hierbij goed aan dat de eitjes/jongen zich qua
tijd dienen te verhouden met die van de vogels die ze krijgen
toegeschoven. Met andere woorden als we onbevruchte eitjes wegpakken
van bijvoorbeeld 10 dagen oud dan dienen de eitjes die we willen
toeschuiven ook ongeveer 10 dagen oud te zijn. Hetzelfde geldt voor
het toeschuiven van jonge vogels. Als we bovenstaande doen blijft
het broedpaar in het natuurlijk ritme.
Afsterven van het embryo in het ei.
Het afsterven van embryo's kan vele oorzaken hebben. Ik
behandel hier slechts één oorzaak. Een veel voorkomende oorzaak is
naar mijn mening een te lage
vochtigheid van de lucht in de broedruimte.
De vochtigheid van de lucht in de broedruimte is namelijk
erg belangrijk. Deze mag niet onder de 60% liggen. Te droge lucht
leidt tot samentrekking van het binnenste eivlies, dat zich zo vast
om het embryo kan leggen dat deze later niet in staat is zich te
bevrijden uit het ei.
Als het parkietenembryo in het ei gezond is hoort men reeds op de
17de broeddag zijn stem door de eischaal. Op de 18de dag komt het
eerste jong uit het ei. Het piepen is voor de pop het signaal de
krop van het jong voor de eerste maal te vullen. Als de krop gevuld
is, is dat van buiten af door een lichte, geelachtige verdikking aan
de hals te zien.
Storing in de voeding van de jongen
Veel jonge poppen hebben voor het eerst van hun moeder zijn
nog geen melk uit de voormaag af te scheiden of voeren hun
eerstelingen niet.
Dit fenomeen heb ik zelf ook meerdere malen meegemaakt.
Een fenomeen welke je alle plezier van onze sport kan ontnemen. Want
zeg zelf wat een ongelooflijke teleurstelling is het niet als je van
een veelbelovend broedpaar de eerste jongen in het broedblok ziet
liggen en vervolgens merkt dat ze niet gevoed worden. Als dan later
na alle vertwijfelde pogingen om de jongen te redden blijkt dat ze
toch dood zijn gegaan dan, dan .......
De jongen die niet gevoed worden piepen urenlang maar hun kropjes
blijven leeg.
Zoals al eerder vermeldt sterven deze jongen als ze niet binnen 12
uur onder een popje geschoven kunnen worden die ongeveer jongen van
dezelfde leeftijd heeft. Langer reikt namelijk de vertering niet,
die ze hebben meegekregen, van het voedsel uit de dooierzak.
Uit eigen ervaring heb ik geleerd dat de meeste popjes die niet
onmiddellijk voeren dit wel doen en voortaan zonder moeilijkheden
wanneer we ze eerst 1-2 oudere (4-6 dagen oude) jongen geven. Deze
vogeltjes bedelen al veel indringender en werken daardoor
stimulerend op het moederlijke voedingsgedrag. Bovendien kunnen deze
jongen al enigzins voorverteerd voedsel, buiten de melk van de
voormaag, verdragen. Veelal zullen de jonge poppen waarbij zich dit
gedrag voordoet later uitkomende jongen zonder meer direct voeren en
dergelijk gedrag niet weer vertonen.
Zoals uit bovenstaande blijkt is het van belang dat we meerdere
broedstellen hebben die omstreeks dezelfde tijd zijn gaan broeden.
Enig speelruimte is hier namelijk wel geboden.
Zorg er ook voor dat er een goede verhouding bestaat tussen jonge en
oude broedstellen.
Tussen de 4de en de 5de week vliegen de jonge vogels uit. Over het
algemeen zijn de jongen op een leeftijd van 6 weken in staat voor
zich zelf te zorgen.
Beginnende kwekers raad ik aan om dit artikel af en toe eens opnieuw
te lezen. Je zult dan veel herkennen van wat je mee maakt tijdens de
kweek.
A. van Kooten
|
|