Verspreiding:
Grootte:
-
De kleine kruisbek
- 16,5 cm.
-
De grote kruisbek
- 17,5 cm.
-
De witband kruisbek
- 16,5 cm.
-
De Schotse kruisbek
- 16,5 cm.
De grote kruisbek lijkt veel
op de kleine kruisbek maar het rood is iets bleker van kleur. De witband
kruisbek is gemakkelijk te herkennen aan zijn dubbele witte vleugelband.
Geslachtsonderscheid:
Het mannetje is rood. Dit
rood is op de stuit wat lichter van tint, De vleugels en staart zijn
donkerder rood van kleur. Het popje is olijfkleurig en heeft een
geelachtige stuit.
Karakter:
Het zijn gemakkelijke vogels.
Ze zijn echter bij liefhebbers minder geliefd door hun enorme knaaglust.
Houten volieres houden het dan ook niet lang uit bij deze vogels.
Omgevingstemperatuur:
Haakbekken kunnen in een volière met een vorst- en
tochtvrij nachtverblijf overwinteren.
Voeding:
Kruisbekken zijn zaadeters.
Als basis dient daarom een zaadmengsel voor Europese cultuurvogels ook
wel 'wildzangzaad' genoemd te worden verstrekt. Daarnaast dienen allerlei
onkruidzaden zoals paardebloemknoppen, teunisbloem, zuring, bijvoet e.d.
te worden gegeven.
Verder graszaden, knoppen van vruchtbomen, bessen,
groenvoer, eivoer en gekiemd zaad te worden
verstrekt. Insecten worden bijna niet opgenomen. Wel zijn ze
verzot op de witte maden die in dennenkegels voorkomen. Natuurlijk dienen ook maagkiezel en grit vrij ter
beschikking te staan. Indien er jongen zijn zal de voeding moeten worden
aangepast. Met name is er dan behoefte aan allerhande insecten (bladluis,
spinnetjes, fruitvliegjes, buffalowormpjes) en hun larven.
Kweek:
Voor de kweek is een ruime dicht
begroeide buitenvolière zeer geschikt. In een goed beplante volière zullen ze zich
goed thuis voelen. Als nestgelegenheid kan een nestkom van minimaal 13
cm. doorsnede gegeven worden.worden. In de nestkom dient op zijn beurt
weer een touwnestje te worden geplaatst. Als bouwmateriaal dienen de vogels de
beschikking te hebben over kokosvezel, grashalmen (hooi), uitgeplozen
sisaltouw e.d. Als de vogels in goede broedconditie zijn zal de pop
beginnen met de nestbouw. Het nest wordt meestal in korte tijd gebouwd.
De pop gaat bij het leggen van het eerste ei al op het nest zitten, maar
begint pas met broeden als het legsel vier of vijf eitjes telt. Gemiddeld worden
4 - 5 eieren gelegd. De pop bebroedt de eieren alleen. Na ca. 14 - 16 dagen broeden
komen de eieren uit. De man voert de pop op het nest en zij geeft
op haar beurt het voer weer door aan de jongen. Om te voorkomen dat de jongen uit het nest
gegooid worden (een vreemd voorwerp wordt door de ouders uit het nest
verwijderd ongeacht of hier een jong aan vastzit) is aan te raden de
ringen te voorzien van een stukje ventielslang. De jongen vliegen na
ongeveer 18 dagen uit. Na ongeveer 3 weken
zijn de jongen zelfstandig. De jongen kunnen bij de ouders blijven als
er een tweede legsel komt.
Mutaties:
Bij de kruisbek komen nog
geen kleurmutaties voor.
Bijzonderheden:
De jongen hebben
aanvankelijk geen gekruiste snavel zoals de volwassen vogels. Pas na
ongeveer 3 weken beginnen de snavels van de jongen te kruisen.
Kruisbekken zijn gevoelig
voor schurft aan de poten. Dit kan prima bestreden worden met enkele
druppels anti-luchtpijpmijt in de nek te druppelen en de poten in te
smeren met vasaline.
A. van Kooten