Als daar dan geen voedsel weg komt kan de vogel ongeduldig worden met
als gevolg dat het knabbelen gemakkelijk kan overgaan naar een vorm van
bijten. In veel gevallen is het ook zo dat het ‘knabbelgedrag’ na enige
maanden overgaat in bijten als we hier niets tegen doen. Omdat de vogel
niet weet dat bijten niet mag moet hem in een vroeg stadium al geleerd
worden dat knabbelen aan een hand of oor niet mag. Doet hij dit wel dan
dient de vogel een commando te krijgen, bijvoorbeeld ‘ Mag niet’ of
‘Nee’. Ook moet hij na dit gedrag weggehaald worden van de plaats waar
hij zit. Geef hem vervolgens iets in ruil waarop hij wel mag knabbelen,
zoals een doekje, stokje, takje. Hoe onschuldig het knabbelen aan oor of
hand in het begin ook is, leer de (baby)papegaai dat dit niet wordt
getolereerd. Wees hier zeer consequent en volhardend in!!!
Tolereer ook niet dat de papegaai op de schouder of op het hoofd gaat
zitten. Geef hem een commando, bijvoorbeeld ‘Nee’ en zet hem op een
lager niveau, bijvoorbeeld op de tafel. Ook afleiding is in dezen goed.
Probeer de papegaai als hij knabbelt af te leiden met praten of een
stukje touw o.i.d.
Te hechte band tussen papegaai en verzorger
Wat ook nog wel eens wil voor komen is dat de papegaai zijn verzorger
kiest als partner. Veelal ligt dit niet aan de papegaai maar aan de
verzorger die door zijn gedrag richting papegaai deze relatie heeft
gestimuleerd. Het probleem dat zich in een dergelijk geval kan voordoen
is dat de papegaai, wanneer deze broeds wordt, als het ware met zijn
verzorger cq. partner wil paren. Andere mensen in zijn omgeving zal hij
als een bedreiging gaan ervaren en ‘zijn partner’ bijten zodat deze van
de bedreiging weg kan vliegen. Het is daarom erg belangrijk om als
verzorger(s) altijd voldoende afstand tot de papegaai te bewaren zodat
de relatie niet al te close wordt.
Bedenk dat je altijd consequent moet zijn in je gedrag naar de papegaai.
Hij moet weten wie de baas is. Indien je als verzorger hier niet
consequent in bent weet de papegaai niet waar hij aan toe is. Deze
onzekerheid bij de vogel kan gemakkelijk tot allerlei gedragsstoornissen
leiden en dat is nou net wat we niet willen.
A. van Kooten
|