Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Patrijsastrilde (Ortygospiza atricollis atricollis)

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Patrijsastrilde

Verspreiding:

De patrijsastrilde komt voor in een groot gedeelte van Afrika, met name Senegal en oostelijk tot Oeganda.

Grootte:

De patrijsastrilde is 9 cm. groot.

Geslachtsonderscheid:

Het mannetje heeft een zwart masker dat bij het popje ontbreekt.

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
 
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 
 
 

Huisvesting

Patrijsastrilden zijn echte grondvogeltjes. Ze houden van een zandbad op een zonnig plekje. Patrijsastrilden kunnen gehouden worden in een kooi of (buiten)voliere. Indien ze in een kooi worden gehouden moet de bovenkant van doek zijn omdat ze bij het opvliegen verticaal omhoog vliegen. Op de bodem, moet een laag droog zand liggen.

Karakter:

Het is een rustige vogel die geschikt is voor in een kooi of gemengde buitenvolière.  Bij het zoeken naar zaad krabbelen ze op een eigenaardige manier in het zand. Als er meerdere paartjes in de volière zijn zoeken ze elkaars gezelschap op. In de broedperiode worden de mannetjes strijdlustig en is het beter de paartjes de beschikking te geven over een eigen afgebakende ruimte.

Omgevingstemperatuur:

In het algemeen verlangen deze vogels wel wat warmte. De soort dient derhalve de beschikking te hebben over een goed af te sluiten droog en verwarmd nachtverblijf. Het is aan te bevelen de temperatuur niet onder de10 °C te laten komen. Ze kunnen slecht tegen vocht en kou.

Voeding:

Als voeding dient een goede zaadmengeling voor tropische vogels en of volièrevogels, een goed samengesteld eivoer/krachtvoer en bij voorkeur kiemzaad verstrekt te worden. Om aan de behoefte van dierlijke eiwitten in de voeding tegemoet te komen kan het beste een insecten-/universeelvoer toegevoegd worden (bijvoorbeeld 50 eivoer, 50% universeelvoer). Vooral in de periode dat de vogels jongen hebben is het belangrijk dat ze de beschikking hebben over dierlijke eiwitten. Extra dierlijke eiwitten kunnen, naast het verstrekken van een goed samengesteld eivoer/universeelvoer, verstrekt worden in de vorm van bijvoorbeeld (geknipte) meelwormen, miereneieren, bladluizen, fruitvliegjes, spinnetjes, buffalowormpjes. Naast bovenstaande voeding is het noodzakelijk dat de vogels dagelijks de beschikking hebben over vers en fris bad- en drinkwater en mogen ook vogelmineralen (grit) en maagkiezel niet ontbreken. Voor meer informatie over de voeding klik hier.

Kweek:

De vogels maken een nestje op de grond van kokosvezel en grashalmen. Het popje legt 4 tot 6 eitjes. De broedduur bedraagt ca. 14 dagen. Broedresultaten zijn sporadisch verkregen waardoor er ook weing over te vermelden is.

A. van Kooten

 

 

Disclaimer

HOME

Vertel een vriend over deze site

 

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten