De Agapornis swinderianus bewoont de bijna
ontoegankelijke regenwouden. Dit is er ook de oorzaak van dat de soort
weinig bestudeerd is en dat we tot op heden vrij weinig over de soort
weten. Daarnaast zijn ze in het oerwoud door hun overwegende groene
kleur moeilijk te onderscheiden. De keren dat ze geobserveerd zijn
werden ze vooral waargenomen in hoge bomen. Werden ze op de grond gezien
dan waren ze op zoek naar insecten. Onderzoek naar de kropinhoud heeft
aangetoond dat een belangrijk deel van hun voedsel bestaat uit insecten
en vijgepitten. Over de broedgewoonten van deze vogels in het wild is
nagenoeg niets bekend. Het vermoeden bestaat, dat ze net als de
Agapornis pullaria, in boomnesten van termieten broeden.
Beschrijving van de soort
De Agapornis swindernianus is ongeveer 13,5
cm groot en zoals reeds eerder opgemerkt daarmee de kleinste
agapornissoort.
Man en pop: Man en pop zijn uiterlijk
gelijk. De vogels zijn in hoofdzaak groen met een kenmerkende
zwartgekleurde halve kraag aan de basis van de nek die overgaat in een
gele kraag rondom de hals. De grote vleugelpennen zijn zwart. De stuit
en bovenstaartdekveren paarsblauw, de onderdekstaartveren geelachtig
groen. De grote staartveren tonen vanaf de basis een rood en zwarte
dwarstekening gevolgd door groene uiteinden. De ogen die bruin zijn
hebben een gele iris. De snavel is donker-hoornkleurig en de tenen en
poten zijn grijs.
Jonge vogels: Bij de jongen ontbreekt de
zwarte nekring en is de snavel lichtgrijs.
Broedproces in het wild en in gevangenschap
De
Agapornis swindernianus komt in Nederland niet voor. Over het
broedproces zijn in de literatuur weinig tot geen gegevens bekend.
Voeding in gevangenschap
Indien de soort ooit geïmporteerd wordt in Nederland dan zal het voedsel
in ieder geval voor een groot deel uit vijgen en insecten moeten
bestaan.
Agapornis swindernianus zenkeri
Herkomst en leefmilieu
Deze ondersoort heeft z’n woongebied in Kameroen
tot Centraal- Zaïre (het voormalig Kongo-gebied).
Zie voor het overige bij Agapornis swindernianus swindernianus.
Beschrijving van de soort
Man en pop: Man en pop zijn uiterlijk gelijk. Bij
de Agapornis swindernianus zenkeri strekt de roodbruine kraag
zich uit tot op de bovenborst. Van hieruit gaat de roodbruine kleur
geleidelijk over in een bleekgroene kleur. Voor het overige is deze
soort gelijk aan de nominaatvorm.
Broedproces
Zie Agapornis swindernianus swindernianus.
Voeding in gevangenschap
Zie Agapornis swindernianus swindernianus.
Agapornis swindernianus emini
Herkomst en leefmilieu
Het woongebied van deze ondersoort omvat het Ituri- en Semliki-district
in Zaire.
Zie voor het overige bij Agapornis swindernianus swindernianus.
Beschrijving van de soort
Bij de emini is de roodbruine kraag om de hals veel minder
uitgebreid en loopt niet door tot op de bovenborst. Verder is de snavel
bij de Agapornis swindernianus emini veel sterker gebogen. Voor
het overige gelijk aan de nominaatvorm.
Broedproces in het wild en in gevangenschap
Zie Agapornis swindernianus swindernianus.
Voeding in gevangenschap
Zie Agapornis swindernianus swindernianus.
Mutaties:
Naar ik meen zijn er geen mutaties van de Agapornis swindernianus
bekend.
A.
van Kooten.