|
De wouden langs de oever van deze rivier
zijn slechts enkele meters breed en gaan over in droog grasland met hier
en daar wat boomgroepen. In dit gebied voeden ze zich in hoofdzaak met
allerlei zaden, vruchten, bessen en bladknoppen. De vogels leven hier in
kolonieverband. Net als de Agapornis lilianae houden ze van water. In hun leefgebied
trekken ze dan ook meerdere malen per dag naar het water om daar een
bad te nemen.
Beschrijving van de soort
Man en pop:
Man en pop zijn uiterlijk gelijk. De Agapornis nigrigenis is
ongeveer 13,5 cm. groot en behoort daarmee tot één van de kleinste
soorten onder de agapornissen. Het voorhoofd en de bovenkop zijn
roestbruin van kleur, overgaand in donkerbruin. De kin, de keel en
de wangen zijn zwart. Het achterhoofd is olijfgroen. De mantel,
vleugeldek en stuit zijn dof donkergroen. De onderborst, buik,
flanken en anaalstreek zijn geelachtig groen van kleur. Op de
bovenborst vinden we een opvallende oranje, zalmroze borstvlek. De
grote staartpennen vertonen een oranjerood-geelzwarte dwarstekening
en groene staartstippen. De snavel is dieprood van kleur met aan de
basis een witte snavelriem. De ogen zijn bruin en omgeven met een
witte ring van washuid. De poten en nagels zijn respectievelijk
grijs en donkergrijs.
Jongen: De
jongen lijken op de ouders maar zijn in het geheel fletser van
kleur. De ogen zijn lichtbruin en op de bovensnavel bevindt zich een
zwarte vlek.
Broedproces in het wild en ingevangenschap
Over het
broedgedrag van deze vogels in het wild is erg weinig bekend. De
wouden rondom de rivier gebruiken ze om te nestelen. Ze gebruiken
hiervoor de holen en spleten van de bomen. Ook voor deze soort geldt
dat, hoewel het koloniebroeders zijn, de beste broedresultaten in
gevangenschap te verwachten zijn wanneer de vogels tijdens de
broedtijd in paartjes worden gehuisvest. Als nestmateriaal dienen
verse (wilgen)takken gegeven te worden. Van de schors, welke met de
snavel naar het nest wordt vervoerd, wordt een bolvormig nest
gebouwd. De 3 tot 6 eitjes worden om de dag gelegd en in 23 dagen
door de pop uitgebroed. Meestal begint de pop te broeden bij het
tweede eitje. Jongen die geboren worden hebben grijs nestdons dat na
enkele dagen roze begint te kleuren. Na de achtste dag kunnen de
jongen geringd worden met ringmaat 4 mm. Na ca.6 weken verlaten de
jongen het nest en worden daarna nog ongeveer 2 weken door de ouders
gevoerd. In hun natuurlijk leefomgeving baden de vogels veelvuldig.
Het is belangrijk dat hier in gevangenschap rekening mee wordt
gehouden. Zorg er daarom voor dat de vogels in de broedkooi of
volière steeds kunnen beschikken over vers badwater. Ingeval de
vogels ’s winters buiten gehouden worden dienen we natuurlijk bij
vorstig weer geen badwater te verstrekken.
Mutaties
Tot op heden is er
één of zijn er mogelijk twee mutaties bij de Agapornis nigrigenis
ontstaan. Het betreft hier de ‘bleek’ mutatie en de overgoten
mutatie. De overgoten nigrigenis is vuilgeel van kleur en de ‘bleek
mutatie is een flets grauwgroen gekleurde vogel. In 1998 deed
vanuit Portugal de zwartoog nigrigenis in Nederland zijn intrede. In
hoeverre dit een mutatie of een transmutatie (=mutatie via een
andere soort agapornis ingekweekt) is, is niet duidelijk. Bekend is
wel dat de donkerfactoren, de inofactor en de blauwfactor er via
andere soorten agapornissen zijn ingekweekt.
A. van
Kooten
|