Deze website wordt u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras- en grote parkieten bij de NBvV

Menu

 

Bij favorieten plaatsen!

Home

Agapornis pullarius

 
 

Kooi- en volièrevogels (ca. 300)
Broedconditie en broedproces
Fotogalerijen
Vogelziekten
Medicijnen
Kweekproblemen
Ziekenkooi
Vogeldierenartsen
Voeding
Bouw en inrichting volière
Tips van vogelliefhebbers
Vogels - koude volière
Vogels - warme volière
Downloads Agapornis pullarius

 

Geschiedenis

Van alle agapornis-soorten komt de Agapornis pullarius de eer toe als eerste te zijn ontdekt en beschreven. In 1758 werd deze soort voor het eerst wetenschappelijk beschreven. Naar alle waarschijnlijkheid is de soort al in de zestiende eeuw in Europa ingevoerd door Portugese reizigers. Pas in 1956 werd er in Europa met succes mee gekweekt. Het was de Engelse kweker A.A. Prestwich die deze eer te beurt viel en hier een gedetailleerd verslag van publiceerde in het Avicultaral Magazine van januari 1957.  De ondersoort Agapornis pullaria ugandea werd pas in 1908 ontdekt en beschreven.

Herkomst en leefmilieu

De Agapornis pullaria pullaria heeft als verspreidingsgebied het westelijk deel van Equatoriaal  Afrika, de landen ten zuiden van de Sierra Leone tot het Albert Meer in Oeganda en doorlopend tot in het noorden van Angola.   

Kleurplaten
Vogelanimaties
Vogelmarkten
Vogelparken
Richtprijzen vogels
Vogelgeluiden
Vogelboeken
Erfelijkheidsleer vogels
Links naar vogelwebsites
Europese cultuurvogels
Papegaai als huisdier - index
Vogelwereld Curaçao
 
 

Ze zijn vooral te vinden in open bosgebieden en in licht beboste savannnen. Overdag zijn ze veel op de grond te vinden waar ze op zoek zijn naar voedsel, met name graszaden. Verder eten ze bessen, vruchten, vijgen en bladknoppen. Pullaria’s zijn niet geliefd bij de inlandse bevolking omdat ze heel wat schade kunnen aanrichten aan landbouwgewassen. Ze worden dan ook vaak door de inlandse bevolking afgeschoten, gevangen of verjaagd.

Beschrijving van de soort

De agapornis pullaria is 15 cm. groot.

Man: Het lichaam is in hoofdzaak lichtgroen en lichter tot geel aan de onderzijde. Het voorhoofd, de bovenschedel, de wangen en de bef zijn oranje-rood gekleurd.

De rompveren zijn blauw, de grote vleugelslagpennen en de ondervleugeldekveren zwart. De staart is groen met vanaf de basis een rood-gele en zwarte dwarstekening. De ogen zijn donkerbruin, de snavel prachtig donkerrood, de poten grijs en de nagels donkergrijs.

Pop: de pop is qua kleur vrijwel gelijk aan de man, echter in het geheel wat bleker. De kopveren zijn eerder bleek oranje dan oranje-rood van kleur. Het blauw in de vleugels ontbreekt. De ondervleugeldekveren zijn groen.

Jongen: Lijken op de pop, echter het rood in de bevedering is bleker. De jongen zijn al vroeg naar het geslacht te onderscheiden door de verschillen in kleur van de ondervleugelveren.

Broedproces in het wild en in gevangenschap

In de natuur broeden pullaria’s in termietennesten, waarvan de meeste zich op grote hoogte in de bomen bevinden. Het popje graaft in zo’n heuvel een broedholte uit en legt hier 3 tot 6 eieren in, die na ongeveer 23 dagen uitkomen. Het voordeel van de termietennesten is dat de temperatuur in deze heuvels altijd zeer constant van warmte is. Het popje van de pullaria kan het zich dan ook permitteren om tijdens de broedperiode langere tijd van het nest weg te blijven.  Het popje legt haar eitjes om de dag en broedt ze alleen uit. Als de jongen uit het ei kruipen zijn ze naakt. Na enkele dagen verschijnt er nestdons op de jongen. Na 6 tot 7 weken vliegen de jongen uit.

In gevangenschap heeft het eeuwen geduurd voordat er broedsuccessen met deze dwergpapegaaitjes werden behaald. Dit was vooral te wijten aan het feit dat men niets wist over hun leefwijze in de natuur. Men ging er vroeger van uit dat de vogels in boomholten broeden en dus werden er broedblokken en nestkasten in de volières gehangen. Het eerste broedsucces werd behaald door de heer A.A. Prestwich deze kweker was in het bezit van 13 stelletje pullaria’s. In een grote buitenvolière gaf hij de vogels houten tonnetjes met een diameter van 30 cm. Deze tonnetjes vulde hij met stevig aangestampte natte turfmolm en liet dit vervolgens drogen. Een aantal poppen groef in de droge turf een gang en nestkamer. Door verschillende popjes werden eieren gelegd in de nestkamer maar helaas kwam er slechts één jong van al deze legsels op stok. Later zijn er ook andere kwekers geweest die broedresultaten met de pullaria behaalden. Hoewel de heer Prestwich meldde dat er geen nestmateriaal door de vogels werd gebruikt zijn er ook meldingen van kwekers die zeggen dat er wel nestmateriaal door de vogels wordt gebruikt. Deze kwekers melden dat de pop meerdere stukjes verse schors, gras en stukjes groen blad tussen haar lichaamsbevedering stak en hiermee de bodem van de broedruimte bekleedde.

In België is het met name de heer Jacques Boussu geweest die in 1992 voor het eerst jonge pullaria’s kweekte. Hij gebruikte een grote nestkast die werd gevuld met kurkplaten. De pop knaagde hier een nestholte in. Om een constante temperatuur te waarborgen werd gebruik gemaakt van een thermostaat en een electrische bordenwarmer. Hoewel de heer Boussu dat jaar 8 jonge Agapornis pullaria’s kweekte bleef er uiteindelijk maar één in leven. Hiermee is ook direct het grote probleem geschetst van de kweek met pullaria’s. Heel veel jonge pullaria’s sterven namelijk al op een leeftijd van 6 á 7 maanden. Laten we hopen dat dit probleem zo spoedig mogelijk wordt opgelost.

Voeding in gevangenschap

Als voeding kan een zaadmengsel voor agapornissen worden gegeven. Dit dient aangevuld te worden met (zoet) fruit, zoals appel, peer e.d. Ook schijnen pullaria’s gek te zijn op honingwater. Gezin het belang van dierlijke eiwitten in de voeding is het raadzaam te proberen de vogels te wennen aan eivoer en miereneieren.

Agapornis pullaria ugandae 

Herkomst en leefmilieu

Het verspreidingsgebied van de Agapornis pullaria ugandae  is, zoals de naam al doet vermoeden, Oeganda.

Hun leefomgeving is gelijk aan dat van de Agapornis pullaria pullaria.

Beschrijving van de soort

Bij deze ondersoort is de blauwe stuit bleker van kleur. Voor het overige zijn er geen (kleur)verschillen met de Agapornis pullaria pullaria.

Broedproces in het wild en in gevangenschap

Zie bij Agapornis pullaria pullaria.

Voeding in gevangenschap

Zie bij Agapornis pullaria pullaria.

Mutaties:

Er zou in het wild ooit een lutino Agapornis pullaria zijn gevangen. Verdere gegevens ontbreken echter en het is dan ook waarschijnlijk dat van deze vogel nooit geen nakweek is gekomen.

Opmerking:

De Agapornis pullaria pullaria en de Agapornis pullarria ugandae zijn nog vrij zeldzaam onder de Nederlandse agapornissenkwekers.

A. van Kooten.

 

Verwante links

Agapornis canus
Agapornis fischerie
Agapornis lilianae
Agapornis nigrigenus
Agapornis personatus
Agapornis taranta
Agapornis roseicollis
Agapornis swindernianus
 

Disclaimer

HOME

Vertel een vriend over deze site

 

Copyright © 2005, Adri van Kooten, All Rights Reserved | Webdesign: Adri van Kooten