Taranta’s kunnen dan ook gerust ‘s
winters in de buitenvolière worden gehuisvest. Natuurlijk moeten ze
wel kunnen beschikken over een tocht- en regenvrij nachthok. Buiten
de broedtijd leven ze in kleine groepen bij elkaar. In het wild
bestaat hun voedsel hoofdzakelijk uit zaden, bessen, vijgen en
vruchten. Regelmatig bezoeken ze lager gelegen landbouwgronden,
hetgeen de inlandse bevolking absoluut niet kan waarderen.
Beschrijving van de soort
Met zijn 16,5 cm.
is de Agapornis taranta de grootste agapornissoort.
Man: De man
heeft een kenmerkende rode tekening op het voorhoofd die als een
bandje om de ogen uitloopt. Het overige van het lichaam is
overwegend groen. De grote vleugelslagpennen en de onderzijde van de
vleugels zijn bruinachtig zwart. De vleugelranden vanaf de
vleugelbocht zijn blauwzwart. De ondervleugeldekveren zijn zwart. De
grote staartveren tonen vanaf de basis een geel en zwarte
dwarstekening gevolgd door donker-groene uiteinden. De snavel is
diep rood, de ogen bruin en de tenen en poten zijn grijs.
Pop: De pop
mist het rood op het voorhoofd en om de ogen. De onderdekveren zijn
groen en in de vleugels ontbreekt de blauwzwarte vleugelrand. Voor
het overige is de pop gelijk aan de man.Jongen: De
jongen lijken op de pop. De ondervleugeldekveren van de jonge mannen
zijn zwart, die van de jonge poppen groen. Er zijn jonge mannen die
in het nest al rode veertjes op het voorhoofd hebben. De snavel van
jonge vogels is geelachtig van kleur met op de bovensnavel een
zwarte vlek.
Broedproces in het wild en in
gevangenschap
Om met deze vogels te broeden is het belangrijk te weten dat de Agapornis taranta pas in het tweede levensjaar geslachtsrijp is. In
hun natuurlijk leefmilieu zonderen de stelletjes zich in de
broedtijd af. De taranta
nesteld in boomholten.
De pop maakt hierin een ondiepe holte die ze bekleedt met stukjes
blad, gras en takjes. Uniek, t.o.v. de andere agapornissoorten, is
dat de pop voordat zij eieren gaat leggen het overgrote deel van
haar borstveren verliest en deze gebruikt voor het bekleden van haar
nest. Na het broedseizoen komen de ontbrekende borstveren weer
terug. Het popje legt om de dag 3 tot 6 eitjes. De pop broedt de
eieren alleen uit. Na ca. 25 dagen komt het eerste jong uit. De
jongen blijven daarna nog ca. 7 weken in het nest alvorens ze
uitvliegen.
Om in gevangenschap te komen tot goede broedresultaten is het
belangrijk, zo niet noodzakelijk, dat de vogels paarsgewijs worden
gehouden. Dit kan in een (kleine) volière van 1 m. x 1. m. x 2 m.
(lxbxh) of in een grote broedkooi van 100 cm. x 50 cm. x 50 cm.
(lxdxh). Als de vogels broedrijp zijn worden soortgenoten en andere
vogels achtervolgd en aangevallen. Taranta’s doen over het algemeen
niet aan nestbouw. Het beste kan een flinke laag vochtig turfmolm en
of zaagsel in het nestblok worden gedaan. Het nestblok dient een
afmeting te hebben van ca. 25 cm. hoog en een bodemoppervlak van 18
x 18 cm. Het invlieggat dient een diameter te hebben van ca. 5 cm.
De jongen zijn met witte dons bedekt als ze uit het ei kruipen. Na ca. 8 dagen dienen de jongen geringd te worden met ringen van 4,5
mm. Na ca. 7 weken vliegen de jongen uit om daarna nog geruime tijd
door de man te worden (bij)gevoerd.
Voeding in gevangenschap
Als voeding kan een zaadmengsel voor agapornissen en of grote
parkieten gegeven worden aangevuld met eivoer, fruit, vijgen en
stukjes groenvoer. In de broedperiode kan in melk geweekt brood,
wortelen, gekiemde zaden en eivoer gegeven worden. Na twee weken,
als de jongen al flink groeien, kunnen naar behoefte
zonnebloempitten worden gegeven. Zodra de jongen zelfstandig zijn,
dient gestopt te worden met het verstrekken van extra
zonnebloempitten.
Agapornis
taranta nana
Herkomst en leefmilieu
Het
verspreidingsgebied van de Agapornis taranta nana is Zuidwest
Ethiopië.
Man en pop:
Man en pop zijn uiterlijk gelijk aan elkaar. De Agapornis taranta
nana heeft kortere vleugels en een smallere snavel dan de Agapornis taranta taranta.
Broedproces in het wild en in
gevangenschap