Man en pop:
het voorhoofd, de schedel, de teugel alsmede de omgeving rond de ogen en
het bovenste gedeelte van de oren zijn donkergrijs. Kin, hals, wangen
en borst zijn bleekgrijs, overgaand op de buik naar lichtgrijs met een
lichtblauwe tot lichtviolette aanslag. De flanken en dijen zijn licht
gelig groen. De bevedering van nek, rug en vleugels is groen. De
bovenzijde van de staart is donkergroen, de onderzijde lichtgroen. De
naakte washuid is vleeskleurig tot grauw. De snavel is hoornkleurig. De
oogring is grijs en de iris bruin. De poten zijn overwegend
vleeskleurig.
In het algemeen zijn de snavel en de poten van de poppen iets donkerder
van kleur. Verder hebben mannen vaak een iets grotere snavel. Toch kan
hier niet altijd op blindgevaren worden. Zelf selecteer ik de vogels op
de borst- en buikkleur. Mij is opgevallen dat de mannen in het zonlicht
een duidelijke violette gloed over de grijze bevedering laten zien, iets
dat bij poppen in veel mindere mate het geval is.
Herkomst en leefwijze
De Aymaraparkiet heeft zijn verspreidingsgebied aan de oostelijke kant
van het Andesgebergte, vanaf Centraal-Bolivia tot Noordwest-Argentinië.
Ze hebben hun naam te danken aan de Aymara-indianen die in dit gebied
wonen.
Aymaraparkieten zijn bergbewoners. Ze worden het meest waargenomen
tussen 1800 en 3000 m boven de zeespiegel. Hun leefgebied bestaat uit
droge, met struiken begroeide hellingen en karig begroeide valleien. Ze
komen vrij algemeen voor in landbouwgebieden en in en rond dorpen. In de
winter zoeken ze lager gelegen gebieden op, op zoek naar voedsel.
Als basis kan een goed zaadmengsel voor grasparkieten gegeven worden.
Naast dit zaadmengsel verdient het aanbeveling de vogels elke dag een
mengsel van kiemzaad en eivoer te verstrekken (1:1).
Zolang er geen opgroeiende jongen zijn kan hier twee keer per week,
ondanks dat de vogels er ook vrij over moeten kunnen beschikken, scherpe
maagkiezel en oesterschelpengrit aan toegevoegd worden (een afgestreken
theelepel per twee vogels).
Natuurlijk moeten ze ook kunnen beschikken over sepia(schelp). Ook moet
meerdere keren per week fruit en groente (appel, peer, mandarijn, kiwi,
blaadje witlof, stukje andijvie e.d.) gegeven worden. Verder dienen de
vogels
dagelijks vers drinkwater te krijgen.
Huisvesting
Aymaraparkieten zijn zowel in de voličre als in broedkooien goed te
houden. Een prima huisvesting voor deze soort is een voličre met een
afmeting van 2 x 0,90 x 2 m en een tocht- en vorstvrij nachtverblijf van
bijvoorbeeld 1 x 1 x 2 m. Indien ze in broedkooien gehouden worden dient
de minimale afmeting 120 x 50 x 50 cm te zijn. Bij huisvesting in een
buitenvoličre is het noodzakelijk dat deze over een tocht-, vocht- en
vorstvrij nachtverblijf beschikt. De vogels zijn, zo is mijn ervaring,
warmtebehoeftig. ‘s Winters kunnen ze het best binnen worden gehouden,
waarbij de temperatuur van het binnenverblijf minimaal op 10°C
moet worden gesteld.
Kweek
Als nest- en slaapgelegenheid kan een, in tweeën gedeeld, horizontaal
broedblok gegeven worden met een afmeting van 40 x 18 x 18 cm (lxbxh).
Een dergelijk type is voorzien van ‘een voorkamer’ (18 x 16 x 16 cm) en
‘een broedkamer’ van 16 x 16 x 16 cm.
Maar ook in zeer kleine verticale nestblokken van bijvoorbeeld 30 x 13 x
13 cm (lxbxh) broeden ze goed. Het nestblok dient altijd ter beschikking
te staan omdat ze hier 's nachts in slapen.
Als nestmateriaal kunnen in het blok houtkrullen vermengd met boshumus
gegeven worden. De meeste vogels hebben de gewoonte om zich te ontlasten
in een hoek van het nestblok, ook tijdens het broeden. Dat betekent dat
het nestmateriaal (houtkrullen) regelmatig verschoond moet worden. Wordt
dit nagelaten dan ontstaat er een zeer indringende ammoniakgeur.
Aymaraparkieten zijn op een leeftijd van een jaar al geslachtsrijp. De
pop legt vier tot zes eieren die na 28 dagen uitkomen. De jongen moeten
zo rond de tiende dag worden geringd. Tussen de zesde en de zevende week
vliegen ze uit. Ze zijn dan praktisch geheel op kleur. Omdat de
uitgevlogen jongen 's nachts het broedblok weer opzoeken is het
verstandig een tweede blok neer te hangen zodat de oudervogels eventueel
met een volgend broedsel kunnen beginnen. Twee weken na het uitvliegen
zijn de jongen zelfstandig.
Bijzonderheden
Aymaraparkieten zijn levenslustige, nieuwsgierige vogeltjes die prima in
kolonieverband zijn te houden en waarbij koloniekweek mogelijk is. Het
voordeel hiervan is dat de vogels zelf hun partner kunnen kiezen. De
huidige generatie Aymaraparkieten in Europa is inmiddels behoorlijk
geacclimatiseerd en wordt steeds minder gevoelig voor vocht en
luchtdrukverschillen. Af en toe kunnen goed harmoniërende stelletjes het
eventjes flink met elkaar aan de stok hebben, maar enkele minuten later
weer als de meest gelukkige ega´s naast elkaar zitten. Het zijn verder
gezellig kwetterende vogeltjes waar de liefhebber veel plezier aan kan
beleven.
Adri van Kooten
Bron: Papegaaien en parkieten – Handboek en naslagwerk: Adri van
Kooten
|