Beschrijving
Zie
foto’s
Geslachtsonderscheid
Het popje
heeft een bruinachtige kop zonder baardstrepen.
Verspreiding en leefgebied
Baardmannetjes hebben hun verspreidingsgebied van Mantsjoerije via
Centraal-Azië en het nabije Oosten tot Europa. De vogels broeden ook in
Engeland, Nederland, België, Frankrijk, Spanje, Noord -Duitsland en
Oostenrijk. Hun leefgebied bestaat uit rietvelden langs de oevers van
meren en met riet begroeide moerasranden. Tijdens de broedperiode leven
ze in paren. In de winter vormen ze grotere groepen.
Karakter
Baardmannetjes zijn verdraagzame vogels en daardoor geschikt voor de
gezelschapsvolière. Ze kunnen prima gehouden worden met andere Europese
cultuurvogels. Ze komen vooral in een dicht begroeide volière waarin ook
riet is aangebracht goed tot hun recht.
Omgevingstemperatuur
Barardmannetjes kunnen in een volière met een vorst- en tochtvrij
nachtverblijf overwinteren. Indien de volière op een beschutte plaats
staat en dicht begroeid is, is een vorstvrij nachthok niet eens echt
noodzakelijk.
Voeding
Baardmannetjes stellen geen hoge eisen aan de voeding. Buiten de
broedperiode kan als basisvoer een zaadmengsel voor Europese
cultuurvogels ook wel 'wildzangzaad' genoemd, universeelvoer en wat
dierlijk voedsel gegeven worden. Buiten en tijdens de broedperiode dient
het aandeel dierlijk voedsel ongeveer een kwart te zijn van het totaal.
Als dierlijk voedsel kan gebruik gemaakt worden van diepvries pinkv's en
buffalo’s. Tijdens de broedperiode mogen echter levende buffalo’s niet
ontbreken. Een typische gewoonte van baardmannetjes is dat ze pinky’s en
buffalowormen eerst in het badwater afspoelen alvorens ze het aan hun
jongen voeren. Het is daarom van belang dat er tijdens de broedperiode
steeds ‘spoelwater’ ter beschikking staat voor de vogels.
Aan
baardmannetjes moeten geen meelwormen verstrekt worden. Bij het
langdurig verstrekken van meelwormen kan namelijk de broeddrift van het
mannetje dermate toenemen dat er van het broedproces nog weinig terecht
komt. In een dergelijk geval begint de man achter de pop aan te jagen
waardoor deze de eieren of jongen verlaat en met een nieuw legsel
begint.
Kweek
Het is
verstandig om in de volière riet aan te brengen en daar de
nestgelegenheden in te hangen. Als nestgelegenheid worden nestkorfjes
maar ook wel halfopen nestkastjes geaccepteerd. Meestal maken
baardmannetjes aan het begin van de broedperiode twee nesten. Het nest
wordt door beide vogels gebouwd. Gewoonlijk worden beide nesten om en om
gebruikt om te broeden. Het popje van het baardmannetje legt gemiddeld
vijf eieren. De broedduur bedraagt 12 dagen. Bij het uitkomen van de
jongen worden de eierschalen naar één plaats in de volière gebracht. De
kweker weet hierdoor direct dat er jongen zijn geboren. De eerste dagen
blijft het popje op het nest. Het mannetje zorgt dan voor het voedsel.
Vanaf dag drie worden de jongen door beide ouders gevoerd en beurtelings
warm gehouden. Omdat de jongen vrij snel groeien moeten ze veelal op de
vijfde dag geringd worden. Op een leeftijd van 12 dagen vliegen de
jongen uit. De jongen zijn bij het uitvliegen vrij besluiteloos. Het
duurt dan ook vaak vrij lang alvorens ze de moed hebben om het nest te
verlaten. De eerste dagen blijven ze nog vrij dicht in de buurt van het
nest.
Bijzonderheden
In de
zomer leven baardmannetjes in hoofdzaak van insecten. Als de winter
nadert en het aantal insecten afneemt schakelen ze over op zaden. Dit
alles gaat gepaard met een wonderbaarlijke verandering van het
spijsverteringskanaal. De maagwand wordt dan harder en gespierder net
als bij zaadeters.