Deze website wordt
u aangeboden door Adri van Kooten, keurmeester gras-
en grote parkieten bij de NBvV
|
|
Mogelijk dat de bevedering, die grootdeels voor de ogen hangt, en het trage en slome karakter van
deze vogels hier debet aan zijn. Het exemplaar dat ik kweekte heb ik
meerdere malen teruggezet in het broedblok omdat het op de bodem van
de broedkooi weinig tot geen voedsel tot zich nam en of kreeg
toegestopt van de oudervogels. Opvallend hierbij was ook dat de feather duster steeds bij de overige (uitgevlogen) jongen op de
bodem van de broedkooi om voedsel bedelde. Het feather duster jong
dat ik kweekte is niet veel ouder geworden dan 7 weken, een leeftijd
die overeenkomt met ervaringen van andere kwekers. In het algemeen
worden feather dusters hooguit enkele maanden oud en zullen ze maar
zelden het stadium van volwassenheid bereiken. In Onze Vogels (51e
jaargang, No 9, 1990), het maandblad van de Nederlandse Bond van
Vogelliefhebbers, schrijft de heer A. Versluis met betrekking tot de
vererving van feather dusters dat het hier waarschijnlijk een
recessieve vererving betreft. Het tamelijk wetmatige voorkomen van
deze afwijking in bepaalde stammen en het onmiddelijk ophouden
hiervan als het koppel aan andere vogels wordt gepaard lijkt deze
theorie over de recessieve vererving redelijk te staven, aldus de
heer Versluis in het betreffende artikel. Van een dominante
vererving is geen sprake omdat de feather duster zich niet
voortplant en derhalve steeds voortkomt uit "gewone" vogels. Bij de
kweek van feather dusters blijkt de verhouding in een nest veelal 1 feather duster op 4 "normalen" te zijn. Zoals u al heeft kunnen
lezen houdt het verschijnsel op wanneer we de oudervogels met andere
partners paren. De reden hiervan is dat de recessieve faktor niet
dezelfde gemuteerde faktor in de nieuwe partner ontmoet. Wel worden
er uit een dergelijke paring ongeveer 50% niet zichtbare splitvogels
(= vogels die de feather duster faktor verborgen bij zich dragen)
geboren. Feather dusters kunnen voort komen uit zowel kort als lang
bevederde vogels. De feather duster die ik zelf kweekte kwam uit de
paring korte bevedering x lange bevedering (=buff). Opgemerkt dient
te worden dat feather dusters die voortkomen uit kort bevederde
vogels over het algemeen langer overleven dan feather dusters uit
lang bevederde vogels. Wanneer de faktor inderdaad recessief vererft,
zo stelt de heer Versluis, zal het aantal dragers steeds meer in
aantal toe nemen, te weten: drager x drager is 1 feather duster, 2
dragers en 1 gewone. Tweederde van de nakomelingen is dus drager.
Deze vogels zullen gepaard aan een gezonde partner 50% gewone en 50%
dragers voortbrengen. Uit bovenstaande mag duidelijk zijn dat vogels
die deze erfelijke eigenschap bij zich dragen moeten worden
uitgesloten voor de kweek. Het feit dat steeds meer kwekers tijdens
de kweek geconfronteerd worden met het fenomeen feather duster,
lijkt bovenstaande verervingstheorie over de feather duster in
sterke mate te bevestigen. Ik ben dan ook van mening dat we met
betrekking tot het fenomeen feather duster het zekere voor het
onzekere moeten nemen en vogels, die feather dusters voortbrengen,
moeten uitsluiten voor de kweek.
A. van Kooten
|
|